eku
De Eku (roeispaan), ook wel Eiku, Batto, Kai, is een wapen dat enkel tot zijn recht komt in zijn "natuurlijke" omgeving.
Op het slagveld zal het weinig tot geen nut hebben. Echter op het strand of in het water komt dit moeilijk te hanteren wapen tot zijn recht. Er zijn vele technieken ontwikkeld om met dit zware wapen weerstand te bieden aan het bliksemsnelle zwaard van de samurai. Technieken als het werpen van zand of water ziet men dan ook terug in de traditionele kata van deze bijna uitgestorven kunst. Door de hoge moeilijkheidsgraad is de Eiku geen basiswapen binnen het Okinawa Kobudo, maar meer een wapen uit noodzaak. . |
Nunchaku
De oorsprong van de nunchaku ligt bij de grondlegger van de Sung-dynastie (China),Keizer Chao
K'uang -yin. Voor hij het keizerschap op zich nam was hij commandant in het leger. Hij hield van vechten en dan vooral met zijn favoriete wapen de speer. Hiermee had hij al veel van zijn officiers verslagen (in vriendschappelijke wedstrijden). Tot hij zijn meerdere trof in een officier met een langzwaard. Chao werd verslagen en zijn speer in 3 stukken gehakt. Na enig brainstormen verbond Chao deze 3 stukken met touw, en de 3 delige staf was een feit. Na dit wapen nog verder te ontwikkelen kwam hij uit bij de twee-delige staf, die hij de Ta shao tse noemde. Deze voorloper van de nunchaku had één lang (1,20 m) gedeelte en een kort (40,cm) gedeelte. Met dit wapen revancheerde hij zich en versloeg de jonge officier. In deze vorm kwam de ta shao tse (1600 vc) in Okinawa terecht. In China werd dit wapen vooral gebruikt om door gevechtslinies heen te breken, en er werd mee naar de paardenbenen geslagen. kortom het grovere werk. In Okinawa werd dit wapen verder ontwikkeld tot de hedendaagse Nunchaku (2 delen). Men kan dus stellen dat de oorsprong van de Nunchaku Chinees is, en dat het gevechts-systeem uit Okinawa stamt. In de Kaizen dojo bestuderen wij de volgende nunchaku-kata: Sen hara Cho-de |
tinbe en rochin
Tinbe is een gevechtssysteem dat uit 2 afzonderlijke wapens bestaat, de Tohai (jap uitspraak = Tinbe) is van oorsprong een zaaimand. En de Hera (jap uitspraak =Rochin) een speer-achtig voorwerp, gebruikt om zaaigaten te maken. Alhoewel er 2 verschillende voorwerpen worden gebruikt is het de Tohai/Tinbe die domineert. Vandaar dat dit vechtsysteem Tinbe heet. De Tinbe wordt gebruikt als schild, en de Rochin werd gebruikt om te steken en te snijden. De originele Tinbe waren houten schalen met aan weerszijden een handvat van touw. Later zijn er meerdere varianten ontwikkeld. Ze werden groter en met het materiaal werd ook geëxperimenteerd. Zo zijn er: rieten, lederen, en ijzeren Tinbe. De meest favoriete tinbe was gemaakt van een schildpadschild.
De Rochin heeft ook vele gedaanten, uiteenlopend van een puntige stok tot een speer met weerhaken. In sommige ryu wordt ook een Tanto (mes) gebruikt. In uiterste noodzaak werd er ook met de Rochin geworpen, waarna men verder vocht met een reserve Rochin. Men kon zelfs het schild als aanvalswapen gebruiken, waarbij gebruik werd gemaakt van de rand van de Tinbe en natuurlijk de voorkant. één Klap met de voorkant van de Tinbe kon alle ribben kneuzen. Al met al een wapen dat door zijn unieke manier van bewegen moeilijk te doorgronden is. Maar ja, zoals alles in Budo; herhaling maakt meester. In de Kaizen dojo bestuderen wij de volgende tinbe en rochin-kata: Kanegawa no Tinbe |
tekko en kysho
De tekko is een wapen welke valt onder de verzamelnaam Tenuchibuki (vuistvullende wapens). Er zijn vele versies binnen de tenuchibuki, de meest simpele vorm is een houtje iets groter dan handbreedte (Yawara). als je een touwtje door de Yawara haalt en daar je middelvinger insteekt dan heb je de Chize kunbo. hetzelfde wapen van ijzer heet Tetchu. Als men aan dit stokje een ijzeren band bevestigd dan heb je een Tekken. Deze Tekken komt ook weer in verschillende uitvoeringen terug. zo is daar de: musashi kaiken (een Tekken in de vorm van een kleine bijl), de tekkan (een zeer zware uitvoering, gebruikt om een yoroi te penetreren, en de Tekko een Tekken met punten. De tekko wordt aangeleerd vanaf shodan. De tekko is een hard wapen, maar vereist sterke polsen. Door de draaiing van het wapen kan de gebruiker makkelijk zijn pols kneuzen. Een juiste plaatsing van de techniek en goede dosering van kracht is hierbij van belang. Tegelijkertijd met de Tekko wordt ook het Kyusho jutsu aangeleerd. |
Manriki Kusari
Een maniriki kusari, ofwel 'de man met duizend armen', is een ketting met aan weerzijde twee gewichten. Dit is een zeer effectief, maar behoorlijk lastig wapen om te hanteren. De manriki kusari heeft zijn 'eigen wil'. Men moet dus niet proberen om een slag te controleren, maar eerder de vaart op een soepele wijze eruit te halen door goed mee te bewegen.
Met de manirik kusari kunnen klemmen aangezet worden, maar ook drukpunten aangeslagen worden met de gewichten die aan beide kanten zitten.
In de kaizen dojo oefenen wij één kata: 'manriki no kata". De manriki kusari is vooral een wapen met veel kumite.
Met de manirik kusari kunnen klemmen aangezet worden, maar ook drukpunten aangeslagen worden met de gewichten die aan beide kanten zitten.
In de kaizen dojo oefenen wij één kata: 'manriki no kata". De manriki kusari is vooral een wapen met veel kumite.
Copyright ©2016 KaizenKobudo Apeldoorn Alle rechten voorbehouden.